Meer fiets? Wijs de weg!
De laatste jaren is veel aandacht gegeven aan knooppuntenbewegwijzering en weinig aan de bewegwijzering van kernen. Mijn stelling is dat het Limburgse fietsklimaat sterk verbetert als alle gemeenten fietsbewegwijzering plaatsen bij goede schakels (vaak historische verbindingen) tussen nabijgelegen kernen.
Het menselijk leven vindt plaats in kernen. Mensen komen er vandaan en gaan er heen. Er zijn voorzieningen als winkels, horeca en fietsenmakers, en er is wat te zien. Ze zijn het ideale knooppunt.
Van kern naar kern fietsend kun je ook ver komen. Van Maastricht, naar Bunde, naar Kasen, naar Moorveld, naar Catsop of Beek, naar Elsloo, naar Stein, naar Urmond, naar Berg aan de Maas bijvoorbeeld. In Nederland, in Limburg zeker, zijn de kernen vaak klein en de afstanden ertussen kort. Dat vormt een relatief sociaal veilig kernennetwerk waarover je snel én prettig vooruit komt.
Bij dit netwerk is onderscheid tussen recreatief en utilitair niet relevant. Het combineren van gebruikers levert nog meer sociale veiligheid op. En kostenbesparing. De baten van een bewegwijzerd kernennetwerk bestaan uit meer helderheid, meer vrijheid, meer fietsplezier, meer fietsers en meer fietseconomie.
In Limburg is kernenbewegwijzering voor fietsers veel zwakker ontwikkeld dan in andere delen van Nederland. We zien hier te weinig van die wit-rode borden die de prettige autoluwe wegen aangeven, die mensen helpen bij het begrijpen van het gebied en die mensen tot fietsen aanzetten. Om een voldoende fijnmazig systeem te ontwikkelen is een serieuze inhaalslag nodig.
De gemeente Meerssen heeft, na mijn voorstel, in 2016 een begin gemaakt met het plaatsen van fietswegwijzers bij Kasen en Geulle. Zulke zouden er in Limburg meer moeten verschijnen.